Wrakje Westerveld 2
Hoe het begon
In 2013 werd er door Michael Horn, een inwoner van Vlieland, een houten scheepswrakje gevonden op het wad ten zuiden van het dorp Oost-Vlieland.
Hij heeft dit wrakje aangemeld bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Op grond van de toegezonden informatie en vanwege de acute bedreiging van de vindplaats besloten archeologen van het Maritiem Programma een waarderend veldonderzoek te verrichten.
Dit waarderend onderzoek, uitgevoerd in 2014, bracht de restanten van een betrekkelijk klein, goed bewaard bunscheepje uit het midden van de zestiende eeuw aan het licht.
Het scheepje
Dit overnaads gebouwde scheepje heeft van de RCE de toponiem Vlieland Westerveld 2 gekregen en heeft veel kenmerken van het type waterschip.
Dit soort overnaadse schepen worden tot het oudste type waterschip gerekend. Het hier gevonden scheepje is ook overnaads gebouwd en bevindt zich midden in de periode waarin een langzame overgang plaatsvond van overnaads naar karveel gebouwde schepen.
Wat dit wrakje echt uitzonderlijk maakt, is dat het veel kleiner is dan alle andere waterschepen. De kleinere omvang, de ranke bouw, de 2 bunnen en de gedane vondsten, zouden erop kunnen wijzen dat dit scheepje was bedoeld voor de visvangst en eventueel het transport van vis naar de stedelijke markt. Hiermee onderscheidt het zich van de bekendere vissersschepen.
Van het wrakje is het bovenste gedeelte, vanaf de bundeken, verdwenen. De restanten zijn intact en zitten redelijk in verband.
Vondsten
Bij het veldonderzoek werden o.m. delen van de voorsteven, een spant, deel van gang G4/BB en diverse fragmenten van naaldhout gevonden.
In het voorschip zijn, naast de turfblokken, tevens plavuizen gevonden, mogelijk afkomstig van een haardplaats. Het lijkt er dus op dat het scheepje was uitgerust met een plek waar een vuurtje gestookt kon worden. Het is goed denkbaar dat turfjes tot de standaarduitrusting behoorden. Deze stelden de bemanning in staat om een vuur te maken om bijvoorbeeld een maaltijd te bereiden.
In totaal werden turfjes, enkele plavuizen, aardewerk, baksteen, natuursteen, leer, een touwfragment, een blok (houten katrol), fragmenten van een tonduig en een hoepel, een cilindrisch voorwerp van hout, een steel van gereedschap, een handvat, een object van beukenhout met een gat, een heideboender (borstel gemaakt van dopheidestruiken), spijkers en een slijpsteen gevonden in het wrakje. Later konden hieraan nog verschillende vishaken en een bootshaak worden toegevoegd.
Uit en van het schip werden monsters verzameld, waaronder een reparatieplank, breeuwsel, een mogelijke turfplag en diverse losse monsters.
Deze monsters zijn door BIAX, een bedrijf gespecialiseerd in archeobotanie en paleobotanie onderzocht. Dit werd mogelijk gemaakt dankzij een subsidie van het Reuvensfonds.
Het scheepje is gebreeuwd met mossen, voornamelijk sikkelmos. Waarschijnlijk betreft het moerassikkelmos, een algemene soort die ook op Vlieland voorkomt. In een latere fase is het scheepje gerepareerd. Hiervoor is een eikenhouten plank gebruikt, waar ook het scheepje van vervaardigd is. Het breeuwsel onder de spijker van deze herstelfase heeft dezelfde samenstelling als het ‘oorspronkelijke’ breeuwsel, wat erop zou kunnen duiden dat het scheepje is hersteld in de omgeving van waar het gebouwd is.
De veenachtige blokken die in de nabijheid van de plavuizen in het voorschip zijn gevonden, blijken op basis van de aanwezigheid van typische hoogveenplanten, waaronder eenarig wollegras, struikhei, dophei, veenmos en veenbies inderdaad turfplaggen te zijn. Ze hebben waarschijnlijk als brandstof voor de schipper gediend.
In de losse monsters die zijn verzameld in het bunscheepje zijn diverse gebruiksgewassen aangetroffen, waaronder fruit (appel, druif, gewone vlier, pruim (blauwe spilling) en vijg), noten (hazelnoot, walnoot, tamme kastanje) en oliehoudende zaden (vlas/ lijnzaad en raapzaad). Deze resten hebben waarschijnlijk deel uitgemaakt van de voedselvoorraad van de schipper.
Ook resten afkomstig uit de bun van het wrak zijn onderzocht. De vissenbotten werden gedetermineerd met behulp van de vergelijkingscollectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Er zijn in totaal 548 vissenbotten geanalyseerd.
Op grond van aantallen, conservering en verdeling over de skeletelementen kunnen we concluderen dat tijdens het afzinken van het scheepje de bun gevuld was met minimaal 10 schollen en 4 gepen. De overige visresten kunnen tijdens latere inspoeling met zand zijn meegekomen. Negentien botjes van de geep zijn opgenomen in de vergelijkingscollectie van de RCE.
En verder.......?
De resultaten van het onderzoek geven het scheepje een gemiddelde tot hoge waardering voor de inhoudelijke en fysieke kwaliteit, waardoor het wrakje als behoudenswaardig kan worden gekwalificeerd. Door natuurlijke verstoringen en menselijke activiteiten kan het wrakje echter niet in situ bewaard blijven. Met name voortschrijdende erosie door een stroomgeul in de onmiddellijke nabijheid van de vindplaats vormt een directe bedreiging. Het advies is dan ook dat de gemeente actie onderneemt om het wrakje tegen deze erosie te beschermen dan wel op te laten graven.
Op 6 oktober 2023, tien jaar na de ontdekking van dit zeer bijzondere wrakje, is er langs de Postweg, net buiten de bebouwde kom van het dorp een bijzonder kunstwerk onthuld dat bezoekers wijst op de ligging van het wrakje.
Het kunstwerk werd gemaakt door Maarten Nijman, dichter in staal, en werd mede mogelijk gemaakt door ondersteuning van het Iepen Mienskipsfûns, de Cultuur Historische Vereniging "Eylandt Flielandt” en de Gemeente Vlieland.
In 2025 zal er in museum Tromp's Huys een expositie worden gehouden over dit wrakje waarbij de diverse vondsten bewonderd kunnen worden.
Welkom
U bent op deze pagina terecht gekomen omdat u de QR-code heeft gebruikt die op het kunstwerk is bevestigd dat staat ter hoogte van het Wrakje Westerveld 2.
Wanneer u, gezeten op het bankje, uitkijkt over het wad, dan ziet u nu slechts de bakens die Rijkswaterstaat heeft geplaatst op de hoekpunten van de plek waar de restanten van het pink-achtig scheepje zich bevinden in de bodem van het wad.
U kunt hier kennis nemen van een uniek wrakje uit de 16e eeuw.
Kaak van de Geep (Belone belone)
Overnaadse bouw
Model op basis van vondsten
Bootshaak uit de bun van het scheepje
Wrakje, in situ september 2016